De 5 oorzaken waardoor een burn-out onnodig lang duurt

hoe lang duurt burn-out

Gepubliceerd op 2 juni, 2020

Snel in actie komen als er sprake is van een burn-out of overspannenheid is belangrijk om langdurige uitval te voorkomen. Bij de meeste HR professionals is dat wel bekend, maar wat is nu de beste actie?

De bedrijfsarts schrijft rust voor en jij gunt de werknemer een spoedig herstel, maar rust voelt niet goed. Te vaak is het gebeurd dat je je werknemer ‘kwijt’ was. En te vaak duurde het erg lang voor er weer over werk gesproken mocht worden.

Wat is er aan de hand?

De werknemer heeft zich ziek gemeld. Psychisch verzuim. Vermoeden van burn-out. Maar in elk geval stress en overspannen. Dat is vaak toch die eerste conclusie, al dan niet in samenspraak met de huisarts. Voor de werknemer betekent dat een hoop onzekerheid, onwetend met hoe nu verder, voelt zich niet persé ziek, maar is wel helemaal van slag en kan zeker ook niet werken.

In de optimale situatie komt de werknemer in de tweede week na ziekmelding bij de bedrijfsarts terecht. Die stelt de werknemer gerust, geeft informatie over stress en adviseert wat de medewerker kan doen om tot rust te komen en zo te kunnen herstellen.

De werknemer gaat hier constructief mee aan de slag. De bedrijfsarts begeleidt dit en ziet de werknemer wekelijks. Na een aantal maanden kan de werknemer rustig aan, uurtje voor uurtje, terugkeren op het werk.

Maar hoe werkt de praktijk?

In de praktijk gaat het zelden optimaal, waarmee de basis gelegd wordt voor een lang en slepend herstelproces. Waar gaat het mis?

Valkuil 1: Lange wachttijden

In de praktijk kan een medewerker vaak helemaal niet zo snel terecht bij de bedrijfsarts. Hij/zij komt gemiddeld pas in week 5 op het spreekuur. Daar zijn dan al meerdere kostbare weken verloren gegaan!

Valkuil 2: Werk verdwijnt naar de achtergrond

In die 5 weken is de medewerker logischerwijs zelf op zoek gegaan naar verklaringen en oplossingen. Nu de druk eraf is, zakt de stress wat weg en verminderen de klachten. Het niet werken voelt als oplossing en dus is het logisch dat de werknemer geneigd is om nog meer en nog langer afstand te houden tot dat werk.

Valkuil 3: focus op psychisch – in plaats van fysiek herstel

Zowel huisarts als bedrijfsarts neigen naar psychologisering. Niet zo gek, want de schade door langdurige stress uit zich in emotie en problemen met het omgaan met druk. De tranen zitten los en het oplossend vermogen is minimaal. Toch is ook bij de artsen bekend dat deze emotionele staat voortkomt uit schade aan lichamelijke processen door langdurige stress. Dat is precies waarom er eerst rust wordt voorgeschreven. zodat het stress-systeem tot rust kan komen. Alleen werkt dat niet zo met een ontregeld lijf. Fysieke schade vraagt om fysiek herstel en dat gebeurt niet uit zichzelf. Maar daar zijn veel mensen zich nog niet van bewust.

Valkuil 4: Onvoldoende begeleiding

Zit de werknemer eenmaal thuis, dan is het niet alleen verrekte eenzaam, maar er is ook echt weinig begeleiding. De bedrijfsarts of verzuimconsulent doen hun best, en ze monitoren ook, maar ze zijn niet frequent genoeg in beeld om het herstelproces écht te kunnen begeleiden.
Herstellen is namelijk een proces dat dagelijks aandacht vraagt. Zeker in de eerste fase als je je stress-systeem weer tot rust moet zien te krijgen. Met een 30-minuten-consult eens in de paar weken duurt dat proces onnodig lang.

Valkuil 5: Tot rust komen is lastig

‘Tot rust komen en dingen doen waar je energie van krijgt’ is eigenlijk altijd het eerste advies van de bedrijfsarts. Maar tot rust komen?! Terwijl je lijf voelt alsof het op hol geslagen is, je geheugen werkt als vergiet en je als een stier op een rode lap reageert op elke prikkel? Daar kan de werknemer niets mee. De één is veel te opgefokt. De ander is veel te apathisch. Veel mensen hebben geen energie om leuke dingen te gaan doen en tot rust komen vertalen we als ‘op de bank zitten en series kijken’. Daar word je wel passief van, maar het draagt niet bij aan herstel.

Wat kun je daaraan doen?

Wat is dan wel de juiste actie die je als HR professional kunt nemen?
Snel naar de bedrijfsarts is en blijft de belangrijkste eerste stap. Niet naar de huisarts! (Waarom niet, lees het kennisdocument “Bedrijfsarts of huisarts?”)
Daarna is het heel belangrijk dat mensen leren wat er nu precies gaande is en hoe ze hier grip op krijgen, fysiek. Zodat ze zelf invloed kunnen uitoefenen en actief aan de slag kunnen met hun herstel.

Kan dat ook in deze situatie? Ja, juist dan, dat is inmiddels duidelijk genoeg bewezen.

Gaat dat vanzelf?

Nee. Zo gemakkelijk is het niet. Maar het kan wel sneller en simpeler dan het nu vaak gaat. Met een programma waarmee de werknemer op maat, naar gelang de eigen situatie, kan oefenen in het reguleren van zijn eigen stressreactie en zo invloed uitoefent op de stresshormonen, zoals cortisol. Hij of zij wordt zo zijn eigen Cortisol-manager.

Want stress is een heel fysiek proces, waar je ook invloed op kan uitoefenen. Dat leren is maatwerk en vraagt dagelijkse aandacht. Een bedrijfsarts of POH kunnen hier onvoldoende op inspelen. De Cortisol-manager wel, door een prettige combinatie van e-learning en coaching.

Met de Cortisol-manager wordt je werknemer actief begeleid in het fysieke herstel. Daarmee verloopt het herstel veel sneller én is de werknemer zelf in staat om de stressreactie te managen. Zo kan hij/zij ook in toekomstige stresssituaties tijdig en actief reageren en zo herhaling van uitval voorkomen.

Meer weten? Ga naar de Cortisol-manager.
Eugénie Oomes, arbeidspsycholoog, ontwikkelde deze tool op basis van de kennis over stress uit de praktijk en diverse wetenschapsgebieden.

De Cortisol-Manager

Het missende puzzelstukje bij duurzaam herstel van stress

Pin It on Pinterest